De hele winter tot 26 februari was het in de Algarve vrijwel elke dag stralend weer. Iedereen genoot van het zonnetje. Daarna heeft het 3 weken flink geregend, met tussendoor wat zonneschijn. Wat waren we daar blij mee! 11 maanden nauwelijks regen gehad, dus het was hard nodig. We kregen 350 mm in 3 weken! De rivier en de beek hadden heel veel water te verstouwen en we zagen dat het water de rivierbedding goed vulde. Het water stroomde hard, om het stuwmeer vol te krijgen, maar dat was nog steeds in de verste verte niet te zien.
Daarna volgde een periode van dan weer zon en dan weer soms wat regen. Deze 3 weken van half maart tot en met de 1e week van april was de regen-oogst mager: 20 mm. Zonnige, maar frisse dagen, wisselden zich af met wat regen.
De afgelopen 1,5 week is er echter weer flink wat gevallen: 90 mm. En sinds gisteren stroomt het stuwmeer weer de vallei in! Het is inmiddels 3 jaar geleden dat het stuwmeer zo hoog stond. Als je daar een tijdje staat te kijken, hoor je allerlei vreemde plonzen: vissen (soms grote) die in het warmere ondiepe water van soms maar 30cm hun kuit afzetten op de ondergelopen en met gras en kruiden begroeide oevers.
Verder doen alle plantjes natuurlijk extra hun best met zoveel waterovervloed. De rode en de vrij zeldzame witte tong-orchidee bloeien volop en de wilde gladiooltjes (Gladiolus illyricus) zie je ook overal. Maar het is raar dat de affodil hier nog moet gaan bloeien, terwijl de 1e orchideeën al weer bijna uitgebloeid zijn. Dan zie je dat de natuur goed van slag is.
Portugezen zeggen over april: “que chora com chuva, mas que ri com sol” (huilen in de regen, maar lachen in de zon). En zo is het! De ene dag hoor je de natuur bijna niet omdat het regent (behalve de nachtegaal, die blijft door zingen, dag en nacht) en de volgende dag wanneer de zon weer schijnt, buitelen de vogels over elkaar heen en zit de lucht vol met geluiden. De vogels die je op dit moment het meest hoort zijn (uiteraard) nachtegalen, zwaluwen, roodkop klauwier, de roodborst tapuit, het gekwebbel van de puttertjes, de meeuw-achtige roep van de slangenarenden, het “kwirp kwirp” van bijeneters, het gelach van de groene specht, mussen, merels, leeuweriken en het geschreeuw van de steenuiltjes. Soms hoor je in de verte de eenzame roep van de bosuil.
Alleen de wielewaal missen we nog. Maar die is altijd de laatste. Misschien komt hij volgende week wel, het wordt een aantal dagen mooi en warm weer volgens de berichten. En dat wordt tijd ook! Laat die zomer nu maar aanbreken, genoeg water gehad. We beloven dat we niet meer zullen klagen over watergebrek tot de volgende 11 maanden droogte! Bert & Thea
Deze slideshow vereist JavaScript.